Isoleren van een dak bespaart energie en levert in veel gevallen meer comfort op. Woningen van voor 1970 hebben van oorsprong geen dakisolatie. Woningen die na 1970 gebouwd zijn, zijn meestal al geïsoleerd.

Bij daken boven een ruimte die je regelmatig verwarmt heeft het meer zin. Een plat dak isoleer je niet aan de binnenkant. Je sluit dan condens, die ontstaat aan de koude kant van de isolatie op. Dit kan je alleen voorkomen als je boven de isolatie zwak laat ventileren. Dat vergt veel werk.

Wat wil je bereiken?

Het is belangrijk om het einddoel van isolatie in je woning te bepalen, vooral als het om verbetering van een bestaande isolatie gaat. Is je dak al geïsoleerd, dan heeft extra isoleren minder rendement. Zit er minder dan 10 cm isolatie (ofwel een Rc-waarde van 2,5 m2K/W) dan heeft het zin om extra te isoleren als de ruimte onder het dak verwarmd is.

Je dakbedekking vervangen

Als je dakbedekking verouderd is en er al de nodige reparatieplekken zijn dan is vervanging aan de orde. De waterkerende laag, zoals dat heet, kan zijn van bitumen, EPDM, PVC, bitumen of bijvoorbeeld zink.  Laat bij het vervangen van de dakbedekking het dak ook gelijk extra isoleren. Doordat het pakket op je dak dikker wordt kan het zijn dat je de boeiboorden ook moet verhogen. Dit kost extra geld. Dit kan je voorkomen door aan de randen van het dak een goot te maken waar minder isolatiemateriaal is aangebracht.

Omgekeerd dak

Is de dakbedekking nog goed, dan lekker laten liggen en extra isoleren volgens de omgekeerd dak methode; de isolatie komt daarbij boven op de dakbedekking. Deze waait er zo af, dus ballast aanbrengen moet. Dat kan met tegels, grind, zonnepanelen, sedum, kortom alles met enig gewicht.  Het dak moet het gewicht wel kunnen dragen en dat zal getoetst moeten worden. Dit kan eventueel met een berekening van een constructeur. Bij een omgekeerd dak heb je aan de randen een goot nodig voor afwatering richting de regenpijp.